In het oude stadscentrum van Antwerpen ligt in de Oude Beurs een 18e-eeuwse architecturale parel verscholen, letterlijk in ‘den hof’ van “De Wolsack”. De Hofkamer huisvest een prachtig 18de-eeuws classicistisch interieur dat de rijkdom, de luxe en het aanzien van de oorspronkelijke inwoners diende te weerspiegelen.
Oude Beurs 27, 2000 AntwerpenHerita vzwGerealiseerd 2015-2023In samenwerking met: Triconsult nv, DWE bv, Cautereels bv
Het perceel “de Wolsack” kent een complexe bouwgeschiedenis, waarvan de oudste kern teruggaat tot in de 16e-eeuw. De tuinkamer werd in 1772 door François Adrien van den Bogaert volledig verbouwd tot haar huidige uitzicht, dat diende als pronkkamer en bureau. Het interieur moest imponeren met een zeer grote plafondschildering op doek, met een voorstelling van de ‘Goden op de Olympusberg’ en een hoogst uitzonderlijk ‘boekentoilet’. Bij de restauratie werd deze 18e-eeuwse bouwfase als uitgangspunt genomen, om het pand volledig in ere te herstellen als ensemble. Zowel exterieur als interieur werden minutieus gerestaureerd en werd er gestreefd naar een herstel van het totaalconcept, maar zonder volledig te reconstrueren. Resultaat is een beleefbaar en herkenbaar 18e-eeuwse ensemble, maar waarbij er eerlijk omgegaan is met de aanpassingen doorheen de tijd.
Alvorens over te gaan tot het opstellen van een restauratiedossier, werd er een duidelijke visie uitgewerkt in de vorm van een masterplan. Er werd gekozen om in de restauratie terug te gaan naar de fase van 1772; alle nog aanwezige interieurelementen uit die periode tonen immers een grote weelderigheid en zijn van significant belang binnen de (architectuur)geschiedenis van het gebouw. Met deze datering werd er een duidelijk beeld gevormd over de nog aanwezige en ontbrekende afwerking, en werden de globale restauratieopties opgesteld. Ook werd er een fasering opgemaakt waar de globale ramingskosten aan werden gekoppeld. De eigenlijke restauratie zou bestaan uit twee delen, de exterieur en de interieurrestauratie. Na eerstgenoemde exterieurrestauratie, waarbij de volledige buitenschil onderhanden werd genomen en de aanwezige stabiliteitsproblemen werden aangepakt, werd van start gegaan met de bijzonder complexe interieurrestauratie. De plafondschildering “Goden op de Olympusberg” was op dit moment reeds gedemonteerd en gerestaureerd.
De exterieurrestauratie vormde een belangrijke uitdaging naar de keuze van de afwerking van de gevel en de verschillende natuurstenen. Er is zeer beperkte informatie teruggevonden over historische afwerklagen, waardoor de keuze voor afwerkingen werd gemaakt door vergelijkend onderzoek. Resultaat is een evenwichtig kleurenpatroon, waarbij er een camée-effect bekomen werd door subtiele kleurschakeringen tussen gevel en decoratieve elementen.
Bij de interieurrestauratie werd er zoveel mogelijk consoliderend gewerkt. Het was niet de bedoeling om verdwenen elementen te reconstrueren, maar wel steeds binnen de restauratievisie van het herstel van het ensemble. Zo werden bijvoorbeeld de geschilderde lambriseringen met ramskoppen en guirlandes op de gelijkvloerse verdieping gerestaureerd en teruggeplaatst, maar de ontbrekende delen zijn ingevuld met effen doeken. Deze hebben weliswaar dezelfde kleurstelling als de oorspronkelijke lambrisering, om op die manier het totaalbeeld te verkrijgen, maar zonder decoratieve schilderingen.Over de invulling tussen de lambrisering en de plafondschildering op de gelijkvloerse verdieping, kon geen sluitend antwoord geformuleerd worden. Bovendien zijn er tijdens de restauratiewerkzaamheden zeer waardevolle muurschilderingen te voorschijn gekomen. Te waardevol om niet met het grote publiek te delen. Daarom is er gekozen voor een nieuwe invulling met beschildering op doek die een eenheid in de ruimte creëert en die de mogelijkheid biedt de waardevolle schilderingen nog te tonen.
Ook op de eerste verdieping waren de ruimtes oorspronkelijk afgewerkt met een beschilderde lambrisering en met rijkelijke behangen. Deze waren echter doorheen de tijd beschilderd met loodwit, dat onmogelijk bleek om te verwijderen zonder de picturale laag te beschadigen. Bij de restauratie zijn deze ruimtes bespannen met beschilderbaar linnen om op die manier de rijkelijke 18de-eeuwse aankleding terug te brengen, maar dit aan de hand van een eigentijdse vormentaal. Als afwerking is hier door Herita gekozen om samen te werken met de Belgische kunstenaar Koen Van den Broeck. Hij werkt de kamer uit als een hedendaags totaalkunstwerk.Tenslotte is de actualisatie naar hedendaagse normen van verwarming, elektriciteit, en verlichting een cruciaal aspect van de restauratie, waarbij expliciet rekening wordt gehouden met de conservatie van de waardevolle plafondschildering en esthetische integratie binnen het historische interieur. Hierbij wordt prioriteit gegeven aan losse armaturen boven vaste installaties om de integriteit van het interieur te waarborgen.