Het ontstaan van het Lierse Begijnhof, een typisch 13de-eeuws stratenbegijnhof bestaande uit zo'n 162 huisjes, sluit nauw aan bij de ontstaansgeschiedenis van de stad. In 1998 werden 13 Vlaamse begijnhoven door UNESCO Werelderfgoed erkend, zo ook het begijnhof van Lier.
Opdrachtgever: Stad LierIn uitvoeringVooronderzoeken en erfgoedpremiedossier: 2022In samenwerking met Triconsult, BM Engineering nv, RealVisuals
De woningen binnen het Lierse Begijnhof waren oorspronkelijk de thuisbasis van begijnen: ongehuwde, devote vrouwen die er een onafhankelijk bestaan leidden onder de supervisie van een grootjuffrouw; alvorens in het begijnhof te treden, deden ze immers de belofte van kuisheid en gehoorzaamheid. In 1994 overleed het laatste begijntje van Lier, zuster Agnes, waarna de woningen tot op heden in beheer van de Stad en OCMW Lier zouden komen. Om het bijzondere erfgoed te vrijwaren voor de toekomst, ondergaat het Lierse begijnhof een grootschalige restauratie die in meerdere fases uitgevoerd wordt. De gebouwen blijven hun woonfunctie ook in de toekomst behouden. Erfgoed en Visie werd aangesteld voor de opmaak en de uitvoer van de vierde restauratiefase, die de historische studie en restauratie van 9 woningen omvat. Iedere woning werd uitvoerig onderzocht en kreeg een eigen restauratievisie en -aanpak toegekend. Er werd bijzondere aandacht besteed aan het verbeteren van het wooncomfort en het aanpassingen van de woningen aan de hedendaagse normen inzake hygiƫne, veiligheid en energieverbruik.
Het onderzoekstraject voor de restauratie van het Lierse Begijnhof ving aan met vooronderzoeken om de actuele staat van de woningen te doorgronden. Dit omvatte precieze metingen, inclusief stabiliteitsanalyses, carbuurmetingen en grondsonderingen. Aanvullend werd het bedrijf RealVisuals onder de arm genomen, die door middel van innovatieve technieken zoals 3D-laserscanning de woningen in kaart brachten. Hierdoor kon een duidelijk inzicht verkregen worden in de bouwkundige conditie van de huizen. De 3D-beelden werden tevens aangewend in de volgende onderzoeks- en ontwerpfasen. Het historisch onderzoek voor elk pand binnen het Lierse Begijnhof werd uitgevoerd via een (beperkte) literatuurstudie en een grondig bouwhistorisch onderzoek in situ waarbij de verschillende bouwkundige elementen de visu gedateerd werden op basis van hun vormgeving en materialiteit. Materiaal-technische vooronderzoeken in de vorm van vrijleggingen en ontmantelingen leverden aanvullende informatie op door oudere afwerkingslagen of structuren te onthullen. De kennis die hieruit voortkwam onthulde een verregaande bouwhistorische gelaagdheid, die voor iedere woning in kaart gebracht werd in woord en beeld. De voorbereidende studies vormden de basis van de waardestelling. Op basis van de waardering van de individuele gebouwelementen werd een globale waardebepaling per woning verkregen. Conform aan de werkwijze in het opgemaakte masterplan voor het Begijnhof (2008), werd de waardering gemaakt op basis van een viertal criteria; de bouwhistorische waarde, de interieurwaarde, de architectonische waarde en de gebruikswaarde. Op basis van de waardebepaling kon een restauratieaanpak per woning voorgeschreven worden en tevens een nieuw ontwerp voor de woningen opgemaakt worden. Deze individuele visie knoopt aan bij een globale restauratievisie die opgemaakt werd door Erfgoed en Visie voor de woningen. De overkoepelende visie voor het Lierse Begijnhof streeft naar het behoud van de oorspronkelijke functie als woningen en de historische context, met aanpassingen voor modern comfort zonder ingrijpende veranderingen. Het programma wordt teruggeschroefd naar minder woonunits om de draagkracht en het wooncomfort te verbeteren. Het behoud van waardevolle elementen is prioritair, met herstel van beschadigde onderdelen volgens de restauratieladder die conserveren, restaureren en vervangen in die volgorde voorstelt. De visie werd vertaald in concrete restauratieopties, afgesteld op de op de specifieke noden van de individuele woningen.